‘Proficiat, u bent aangenomen,’ de dame van het hogeschoolsecretariaat klonk opgewekt. ‘Welkom aan boord.’ Ik was overdonderd. Nog maar enkele uren daarvoor had ik er gesolliciteerd, op de Artesis Plantijn hogeschool. Er was een halftijdse vacature in de lerarenopleiding lager onderwijs. Terug naar mijn roots, terug naar dat wat ik het allerliefste deed, terug naar mijn droomjob, maar ook terug naar dat wat me ooit vier jaar geleden tot waanzin dreef, toch?
Het hele weekend heb ik erover getobd, gewikt, gewogen, gepiekerd. Of het een goede beslissing was. Want ik ben best wel wat bang. Voor wat
me te wachten staat. De werkdruk in hogescholen is groot. De uren zijn allemaal wat onregelmatiger. Ik hoor de stem van een van mijn psychiaters ‘je hebt rust nodig, regelmaat, geen stress.’ Maar hij was ook degene die zei dat ik nooit meer zou kunnen werken, dat ik levenslang medicijnen zou moeten nemen. Het afgelopen weekend heb ik met heel wat mensen gebabbeld. Jan heeft er vertrouwen in. ‘Je was zwanger Brenda, we waren aan het verbouwen, er liepen twee kleine peutertjes rond. De situatie is nu heel anders.’ Mijn zus en mijn beste vriendinnetje waren het erover eens: ‘dit is zo jouw ding, Brenda.’
‘Ik ben op het sollicitatiegesprek heel eerlijk geweest, over mijn ziekte, en over mijn grenzen.’
Ik ben op het sollicitatiegesprek heel eerlijk geweest, over mijn ziekte, en over mijn grenzen. Dat ik heel graag in de lerarenopleiding werk, maar niet ten allen prijzen. Dat mijn gezin, mijn lezingen, mijn boek ook belangrijk zijn. Daar hadden ze begrip voor.
Maar eigenlijk wil ik niet weg van de school waar ik nu werk. Tweedekansonderwijs was mijn tweede kans. Drie jaar geleden namen ze me aan als leerkracht Nederlands / Engels. Aanvankelijk vertelde ik hen niet over wat me overkomen was. Ik voelde me onzeker, dacht dat ik niet meer kon lesgeven, maar zij zagen mijn talenten toen ik ze niet zag. Zij gaven me de kans om mezelf terug te vinden, om mezelf te ontplooien. Toen ik mijn collega’s en directie na een viertal maanden vertelde wat me echt was overkomen, was er niemand die oordeelde, niemand die kwaadsprak. Er werd geknikt, bemoedigend gelachen, een hand op mijn schouder, een knipoog op de gang. In hun stilzwijgen maar ook in hun geïnteresseerde vragen waren mijn collega’s en directie de afgelopen drie jaar mijn grootste steun. Mijn voltallige directie zat op een van de eerste rijen bij mijn boekpresentatie. Cursisten van mijn klas kwamen hun boek laten signeren. En collega Marc vraagt nog elke week wanneer dat tweede boek er nu eindelijk komt.
‘Ik kies voor onzekerheid.’
Mijn school, Toekomstonderwijs, is de mooiste school die er bestaat. Een school die toekomst biedt aan mensen die even de weg kwijt waren, aan mensen die soms niet meer in zichzelf geloven. Een school die talenten ziet, talenten mee ontplooit. Het is met heel veel spijt in mijn hart dat ik er wegga. Wat zou ik graag de deur op een kier laten, roepen dat ik zo meteen weer terug ben, alsof het maar even naar de bakker is en terug. Maar ik weet niet wat de toekomst brengt. Ik kies voor onzekerheid. Ik recht mijn schouders, adem diep in. En ik ruik de geur van na te jagen dromen, van ochtenden die een dag vol zon beloven maar misschien ook wat buien, van bossen zonder uitgestippelde paden.
Mijn lieve collega’s, mijn lieve cursisten van Toekomstonderwijs, wat ga ik jullie missen. Bedankt om er de afgelopen drie jaar voor me te zijn. Voor het praatje aan het koffieapparaat, voor het dansje op de tafel als straf als je te laat kwam in de les, voor de bemoedigende woorden, voor de tweede kans. Bedankt voor dat stukje toekomst dat ik zo nodig had.
Brenda