Minder dwang, meer respect in de psychiatrie. Daar pleit de Hoge Gezondheidsraad voor. Dat stond gisteren in De Morgen. Na het verschijnen van het artikel kwamen al de eerste reacties op fora. De hulpverlener die schreef: ‘Hebben jullie er al ooit verbleven? Ik wel, er komen mensen binnen onder drugs en alcohol die de boel afbreken.’ De patiënt afschilderen als een onmens om zo het gebruik van dwang te rechtvaardigen. De patiënt die reageert op het artikel,’ dat ze alleen maar vastbinden en platspuiten, dat je er nog erger uitkomt.’ De psychiatrische hulpverlener afgeschilderd als een onmens om zo het leed van dwang aan te tonen. Als we alle reacties op een rijtje zetten zit het in de psychiatrie vol onmensen en is de ‘menselijke’ factor inderdaad ver te zoeken.
De psychiatrie wordt al jaren, meer dan eender welke andere sector, getekend door een ‘wij’ versus ‘zij’ verhaal, hun verhaal tegenover het onze, het verhaal van het grote gelijk waar de patiënt uiteindelijk, omwille van een aloude paternalistische houding, omwille van het stigma waardoor hij niet durft te spreken in de buitenwereld, vaak aan het kortste eind trekt.
Of er te veel dwang is? Met drie opnames, waarvan twee gedwongen, telkens gepaard met dwangmedicatie, fixatie en isolatie mag ik beamen dat er teveel en vaak onterecht naar dwang gegrepen wordt, dat isoleercellen traumatiserend zijn, dat de eenzaamheid alom verzengend is. Ik ben lang boos geweest op ‘de psychiatrie’ tot ik op zoek ging naar de oorzaak van die dwang. Tot ik ook hen begreep. Dat de hulpverleners bang zijn, dat ze veiligheid zoeken, zekerheid. Patiënten opsluiten, platspuiten doet niets aan die angst, want die duikt opnieuw op bij de volgende ongecontroleerde ‘onmens’ die afgezet wordt in de instelling. Jaren is het probleem bij de patiënt gelegd. Omdat hij agressief is, omdat hij onrustig is moet hij opgesloten worden. Die onrust en agressie zijn vaak een symptoom van de ziekte. Eisen dat die weg moeten zijn, is eisen dat de patiënt zelf zijn ziekte aanpakt, voor hij behandeld kan worden.
Misschien moet de hulpverlener zelf ook op de sofa.
Misschien ligt het probleem ook bij de hulpverlener, die niet weet wat hij met zijn angst moet doen. Misschien moet de hulpverlener zelf ook op de sofa, tools krijgen om met zijn gevoelens van onmacht om te gaan.
Door het grote onderscheid tussen ‘de gezonden’ en ‘de zieken’, de ‘normalen’ en ‘de waanzinnigen’ zijn hulpverleners vaak al voorbij gegaan aan hun eigen kwetsbaarheid én is de norm van wat ‘normaal’ is stilaan vervaagd. Het is niet ‘normaal’ om iemand met suïcidale gedachten moederziel alleen te laten in een isoleerlcel. Het is niet ‘normaal’ om een week lang de patiënt elke vorm van contact met zijn familie te ontzeggen. Het is niet ‘normaal’ om pillen te blijven voorschrijven als de psychotische symptomen misschien wel minder zijn, maar de schildklier kapot is en er symptomen van Parkinson zijn door de jarenlange medicatie.
Dat er meer financiële middelen nodig zijn om dwang te reduceren lijkt vanzelfsprekend. Betere personeelsomkadering leidt wellicht tot betere zorg. 6% van het budget gezondheidszorg wordt gereserveerd voor de geestelijke gezondheidszorg, en dat terwijl één op vier Belgen kampt met psychische problemen. Een lachwekkende verhouding. Toch zit de oplossing niet (uitsluitend) in het budget. Een aantal ziekenhuizen in Vlaanderen toonde al aan dat ze het gebruik van isoleercellen kunnen terugdringen door meer in dialoog te gaan met de patiënt en met hulpverleners onder elkaar.
De oplossing ligt vooral bij de hulpverleners en de patiënten zelf.
De politiek moet niet in de eerste plaats met de oplossing komen, daarvoor zou ons geduld wellicht te lang op de proef gesteld worden. De oplossing ligt vooral bij de hulpverleners en de patiënten zelf. Als we elkaar opnieuw als mens gaan zien, in dialoog gaan, beseffen dat we allemaal kwetsbaar zijn en ook af en toe gek, dan pas kunnen we evolueren naar een meer humane psychiatrie.
Brenda Froyen