Dapper is ze. Dat ze vertelt over de donkere gedachten in haar hoofd. Dat ze hulp zoekt, dat ze de raad van haar huisarts opvolgt, dat ze zich aanmeldt in het psychiatrische ziekenhuis voor een opname. Daar is moed voor nodig. Ze gaat samen met haar vriend. De verpleegkundige stelt haar gerust, dat ze hier tot rust kan komen, dat ze altijd weer naar huis kan gaan als ze wil.
Ze verblijft op de open afdeling. Één dag. Van een dag mag je geen wonderen verwachten. De donkere gedachten zijn er nog steeds, nog meer. Ze verwondt zichzelf, maar ze is eerlijk. Ze vertelt de verpleegkundige dat ze suïcidale gedachten heeft. Daar is nog veel meer moed voor nodig. Wie denkt aan zelfdoding houdt die idee vaak voor zich uit angst dat de plannen voorkomen zouden kunnen worden en dus mislukken. Zij niet. Ze vraagt om hulp. Ze wil niet dood. Ze wil alleen zo niet leven. Het ziekenhuis reageert. Ze wordt naar de gesloten afdeling gebracht, voor haar eigen ‘veiligheid’.
Het is zaterdagvoormiddag als ik een smsje van haar krijg. Ik heb haar twee jaar niet meer gezien. Maar ik herinner me haar goed, een intelligente twintiger, leergierig, open blik, fijngevoelig. ‘Of ik haar kan helpen. Ze is opgenomen, in een enge kamer, kale muren, vreemde toilet. Ze krijgt haar telefoon nog maar een half uurtje, en plots mag ze niet meer naar huis. Ze is bang. Dit is niet wat ze wil.’ We sturen wat berichtjes heen en weer. Ik probeer haar gerust te stellen en besluit naar de afdeling te bellen. De verpleegkundige is erg kortaf. ‘Ja, ze ligt in de isoleercel want er is even geen andere kamer vrij.’ Ik vertel hem hoe bang ze er is, dat ze terug wil naar de open afdeling, dat daar wel nog haar kamer is. Hij blaft me af. ‘Dat hij weet wie ik ben, dat hij mijn boeken kent, dat hij daar geen tijd voor heeft.’. Hij verbreekt de verbinding.
Haar vriend neemt intussen contact met me op. Hij is radeloos. ‘Ze moet daar weg. Ze zeggen dat ze het hele weekend daar moet blijven.’ Het ontnemen van haar vrijheid maakt haar nog wanhopiger. Het ziekenhuis heeft noch hem, noch haar op de hoogte gesteld van haar rechten. Ik leg hem uit wat hij kan doen, verwijs naar documenten over patiëntenrechten, over het toekennen van een vertrouwenspersoon, ik geef de website van het Vlaamse patiëntenplatform.
Twee uur later belt hij me. Ze zijn weer thuis. Het is precies gegaan zoals ik voorspeld had. Het ziekenhuis wilde ‘het risico niet nemen om haar op de open afdeling terug op te vangen’. Hij heeft een document moeten ondertekenen waarin hij haar op eigen verantwoordelijkheid meeneemt. Waar ze wel hulp kunnen vinden, heeft het ziekenhuis niet verteld. De zaak is voor hen afgesloten.
Vandaag is het wereldwijd dag van suïcidepreventie Dit alles gebeurde dit weekend. Ik heb net nog even naar haar gebeld. haar vriend de nummers doorgegeven van het mobiele team, VDIP. Vervolgens nog een telefoontje gedaan naar een ander ziekenhuis waar ze indien nodig, morgen voor een intake kan gaan, mocht VDIP niet lukken en we hebben afgesproken, dat als ze niet alleen wil zijn, dat ze vrijdag, als ik van thuis werk, gerust een dagje mag afkomen, al is het maar om niet alleen te zijn.
België is één van de koplopers in Europa op vlak van aantal zelfdodingen. Een ziekenhuis dat liever luistert naar zijn eigen regels en protocollen dan te luisteren naar iemand in levensgevaar, een ziekenhuis dat het belangrijker vindt om zich juridisch uit de wind te zetten, dan te doen wat haar kerntaak is ‘mensen helpen’. Zo een ziekenhuis ligt mee aan de oorzaak van het grote aantal suïcides. Zo een ziekenhuis maakt dat mensen bang zijn om hulp te zoeken, terwijl zovele hulpverleners op andere afdelingen, in andere ziekenhuizen wel goed werk leveren.
zet de stap naar hulp. Suïcidepreventie begint met daarnaar te luisteren. Suïcidepreventie is niet overreageren, niet wegkijken. Het is samen onze verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor een ander, al heb je die twee jaar niet gezien, al ken je hem niet of nauwelijks. Omdat we het leven moeten koesteren. Op een dag als vandaag, en elke dag opnieuw.
Brenda