Een week lang volgde ik het grote onderwijsrapport van De Morgen op de voet, als mama van drie, als mens met een rugzakje, als lerarenopleider. Het stemde me ontzettend droef. Niet alleen omdat de indicatoren van dit onderzoek, de thuistaal, de scholingsgraad van de moeder, het krijgen van een studietoelage, zoals Orhan Agirdag aangaf in zijn opiniestuk (http://www.demorgen.be/…/onderwijsrapport-zegt-weinig-over…/) , onterecht gekoppeld werden aan het label ‘kwaliteitsvol onderwijs’ maar vooral omdat dit rapport aangeeft wat we al langer weten. Dat het Vlaamse onderwijs niet slaagt in datgene wat ze zou moeten doen. Ontplooiingskansen geven aan alle kinderen.
We kijken beschuldigend naar de allochtonen: ‘Ze doen geen moeite.’
Bij het verschijnen van de Pisa resultaten klopt het Vlaamse onderwijs zich steeds weer op de borst. ‘We doen het nog steeds erg goed.’ Maar de Pisa resultaten tonen nog veel meer de ongelijkheid aan. Van de eerste generatie allochtone kinderen haalt slechts 40% het basisniveau van het onderwijs. En slechts 1 op drie van de tweede generatie allochtone leerlingen mag op het einde van de schoolloopbaan met het gegeerde papiertje zwaaien. De resultaten van De Morgen bevestigen op een manier deze cijfers. We weren ons, kijken beschuldigend naar de allochtonen, ‘ze doen geen moeite’, ‘de ouders zijn te weinig betrokken bij de school’. De andere Europese landen hebben blijkbaar veel betere allochtonen dan wij, want daar is de afkomst van de leerling veel minder bepalend voor de schoolresultaten. België is in Europa op dat vlak een van de slechtste leerlingen van de klas.
De goede voorbeeldscholen die De Morgen naar voren schuift bevestigen verder het patroon. De Brusselse school is een school met kinderen van ook veel hoog opgeleide ouders. De West-Vlamingen zijn de beste leerlingen, want daar zijn ook de meeste kinderen die thuis Nederlands spreken. Bovendien wordt er gedweept met ‘discipline’. Wie naar de leraar luistert, haalt betere resultaten. Het druist in tegen alles wat ik als lerarenopleider aan mijn studenten wil meegeven. Dat meertaligheid en diversiteit een meerwaarde zijn, dat we kinderen niet moeten leren zwijgen maar voor zichzelf moeten leren opkomen, respectvol hun mening moeten leren geven, al verschilt die van de andere.
Ik dacht dat onderwijs ging over respect leren hebben voor elkaars kwaliteiten.
Ten slotte koppelt De Morgen de kwaliteit van het onderwijs aan de uitstroom naar universiteit en hogeschool. Wat een slag in het gezicht van zij die voor het beroepsonderwijs kiezen. Ik dacht dat onderwijs ging over het zoeken naar talenten van leerlingen, of het nu rekenen, taal, zwemmen, houtbewerking of brood bakken was. Ik dacht dat onderwijs ging over respect leren hebben voor elkaars kwaliteiten, maar vooral ook leerlingen begeleiden om die talenten te ontdekken, in plaats van te hameren op dat wat ze minder kunnen.
Op onze hogeschool hebben we heel wat allochtone studenten. Gelukkig maar. En dat zorgt inderdaad voor wel wat taalproblemen. Zo was er vorige week de studente van Turkse afkomst die ik ging bezoeken tijdens haar lesje Nederlands in het zesde leerjaar. Het was een schooltje in het centrum van Antwerpen. De klas telde geen enkele blanke leerling. Af en toe maakte ze een fout tegen de lidwoorden. In de nabespreking wees ik haar erop. Ze keek verschrikt, tot ik haar geruststelde. ‘Maak van je kwetsbaarheid je sterkte. Vertel dat jij ook nog moeilijkheden hebt met de lidwoorden. Laat de leerlingen je mee verbeteren, ga samen op zoek in een woordenboek naar de juiste lidwoorden, want jij kan zoveel betekenen voor hen. Jij hebt in hun schoenen gestaan. Jij bent een voorbeeld. Dat ook zij kunnen worden wie ze willen worden. Dat is een veel grotere impact dan het juiste lidwoord. Ik weet dat vele taalleerkrachten het niet met me eens zullen zijn. Maar mijn jarenlange ervaring als leerkracht Nederlands voor anderstaligen, leerkracht in het tweedekansonderwijs en lerarenopleider hebben me geleerd dat het meest kwaliteitsvolle onderwijs gemaakt wordt door individuele leerkrachten. Zij die geloven in de leerling, zij die talenten bevestigen, die kwetsbaarheden omzetten in sterktes, zij die kinderen leren spreken in plaats van zwijgen, zij die niet zichtbaar zijn in de statistieken van De Morgen maar voor één enkele leerling al, ongeacht zijn afkomst, thuistaal, of studietoelage het verschil kunnen maken.