Soms lijken mensen het te vergeten, dat ook ik kwetsbaar ben. Hoe komt het dat ik niet op het mailtje gereageerd had? Hoe haal ik het in mijn hoofd om een congres te organiseren waar ervaringsdeskundigen €50 moeten betalen? Waarom ga ik niet in op het hulpaanbod van die ene lotgenoot? Waarom communiceer ik zo weinig met wat ik allemaal bezig ben?
Omdat ik ook maar mens ben. Sommigen denken dat ik thuis masterplannen uitdenk die dan in de kelders van mijn huis worden omgezet tot grootste projectdossiers met budgettering en takenverdelingen voor derden. Sommigen denken dat ik ervan overtuigd ben dat ik in mijn eentje de hele geestelijke gezondheidszorg kan doen keren met mijn uitgetypte beleidsvoorstellen.
Mijn creativiteit en impulsiviteit zijn mijn grootste krachten, en mijn diepste valkuilen.
Ik moet je teleurstellen. Er zijn geen groots uitgetypte plannen. Er is alleen maar een zotte meid die om de haverklap een idee heeft, zich er impulsief ingooit en dan later bedenkt hoe ze dat nu allemaal moet doen. Mijn creativiteit en impulsiviteit zijn mijn grootste krachten, en mijn diepste valkuilen.
Hoewel ze allemaal niet zo doordacht zijn, wil ik wel zeggen waar ik mee bezig ben. Sommigen zeggen immers dat ik meer moet communiceren. Ik schrijf een boek. Sorry als ik de titel nog niet verklap, ik weet niet of ik dat contractueel al mag. De titel is een van de suggesties die ik kreeg op mijn Facebookpagina. Het boek is mijn visie, getoetst aan dat van lotgenoten over hoe het beter kan in de geestelijke gezondheidszorg. Vervolgens heb ik die visie voorgelegd aan verschillende (professionele, ervarings- en familie)deskundigen, zoals Dirk De Wachter, Jim Van Os, Stijn Vanheule, Wilma Boevink, Peter Dierinck en anderen. In totaal zal het boek zo’n 16 hoofdstukken tellen. Deadline: eind augustus. Een fantastische lotgenote helpt me bij het letterlijk uitschrijven van de interviews.
We zijn mensen met idealen op zoek naar geld om alles te bekostigen.
Daarnaast heb ik ook nog de andere zotte ideeën. Het congres Meet The Experts dat ik samen met Rokus Loopik en Astare organiseer en waar we aan iedereen, ook aan ervaringsdeskundigen €50 vragen. Waarom? Omdat we geen instelling zijn. Omdat we geen geld hebben. We zijn mensen met idealen op zoek naar geld om alles te bekostigen. De Roma kost behoorlijk wat. Onze sprekers hebben we nog geen vergoeding beloofd. Alles is onder voorbehoud of we het gefinancierd krijgen. ‘Kijk maar of er iets over is,’ zei Dirk De Wachter. Ik begrijp dat €50 voor veel mensen in financieel moeilijke situaties erg veel geld is. Maar we zoeken, we lobbyen. Er is de mogelijkheid om een dubbel kaartje te kopen. Mensen die het breder hebben, kunnen er eentje kopen voor wie het minder goed heeft. En ik mail me te pletter naar alle mogelijke instellingen op zoek naar sponsoring. PC Hieronymus en ZNA Stuyvenberg hebben toegehapt. Bij de anderen blijf ik kloppen op de deuren. Wie wil mag gerust mee zoeken naar sponsors. Hoe meer sponsors hoe meer ruimte er is om ook mensen zonder budget uit te nodigen.
Zo georganiseerd ben ik niet, omdat ik ook maar gewoon wat doe…
En dan is er nog ons theaterstuk waarmee we vanaf februari rondtoeren, een nieuw idee voor de rodeneuzendag, het stigmadoorbrekend project in samenwerking met de uitgeverij dat nog in kinderschoenen sta. En dat doe ik allemaal niet alleen. Ik vraag behoorlijk wat hulp aan de mensen rondom me. De mensen die dicht bij me staan. Ik vind steun bij het ervaringsdeskundige groepje Opwegg in Antwerpen, bij mijn cursisten van het herstelverhaal schrijven, mijn vrienden, mijn familie. Ik sta niet alleen, maar het is juist dat ik niet gebruik maak van iedereen die zijn hulp aanbiedt, omdat ik ook niet altijd weet hoe ze kunnen helpen, zo georganiseerd ben ik niet, omdat ik ook maar gewoon wat doe…, zonder meer en daar soms zaken mee bereik.
Hoe mijn week eruit ziet? Maandag en donderdag geef ik les op mijn school. Dinsdag heb ik er teamvergadering. Daarnaast heb ik gemiddeld één tot twee lezingen per week en een berg interviews om af te nemen. De avonden reserveer ik voor schrijven, en ja ook voor mailtjes, voor telefoontjes, want ik probeer echt zoveel mogelijk op iedereen te antwoorden. Zoveel mogelijk mensen te helpen. En tussendoor veeg ik Zens poep af als hij roept: ‘Mama ik ben klaar’, oefen ik mee de maaltafels met Jip en speel ik prinses met Lom in de Efteling.
Het is niet te veel, omdat ik zoveel energie krijg, om mensen te helpen.
Soms zijn er ook mensen die bezorgd vragen of het niet te veel is. Het is niet te veel, omdat ik zoveel energie krijg, om mensen te helpen. Omdat ik ze soms uitprint, die lieve berichtjes en nalees als ik het allemaal wat zwaar vind. Omdat ik zoveel heb aan mijn Facebookpagina als ik zie hoe hulpverleners en patiënten soms met elkaar in dialoog gaan zonder elkaars rol te kennen.
Maar dan zijn er ook die mailtjes die me neerhalen. De snijdende opmerkingen. ‘Hoge bomen vangen veel wind’, zei ervaringsdeskundige kanjer Toon Walravens. Maar ik ben geen hoge boom, ik ben een zot struikje dat wat ongecontroleerd met zijn takken tegen het raam slaat in de hoop dat het gehoord wordt. Ik lijk misschien een zelfzekere, harde tante. Maar ik ben een kei in toneelspelen. Ik vertel niet hoe ik ’s avonds in mijn bed huil omdat dat ene berichtje me zo raakte, ik vertel niet hoe onzeker het me maakt dat er een tweede boek komt waar mensen naar uitkijken, ik vertel zoveel niet.
En dus lijken mensen het soms te vergeten, dat ik ook kwetsbaar ben. Misschien wel kwetsbaarder dan een ‘gewone’ mens. Ik hoop dat mensen ook daaraan denken. Daarmee zouden ze me echt kunnen helpen.
Brenda