Beste student… die ik niet ken

Beste student

Volgende week beginnen de examens. Daarom schrijf ik je deze brief, via sociale media, omdat ik niet meer weet hoe ik je nog kan bereiken, hoe we verbinding met elkaar krijgen. Ik noem je student, omdat ik moet toegeven dat ik zelfs je naam niet ken. Ik weet niet wie je bent, wat je motivatie is om te studeren, wat er in je hoofd speelt. Wat ik van je weet zijn je initialen. Die zie ik meestal als ik online lesgeef. Als je wat extraverter bent, heb ik je al eens gezien, heb ik heel even je rommelige kamer gezien en het bord spaghetti dat je tussen de vele online lessen naar binnen probeert te schrokken. Meestal ben je stil, je moet het, als eerstejaars ook maar durven om het woord te nemen, als 50 andere initialen meeluisteren die je niet kent. Ik weet dat het vaak niet goed met je gaat. Praat erover, zeiden de vele campagnes. En dat deed je. In sommige kranten getuigde je. Je kreeg de wind van voren. Je werd weggezet als de feestende, onverantwoorde superverspreider die niet eens de oorlog heeft meegemaakt. Er zijn er overigens niet zovelen die de oorlog nog bewust hebben meegemaakt en het feit dat we moeten vergelijken met de oorlog toont misschien aan hoe zwaar deze tijden wel niet zijn.

Praat erover is wellicht het meest zinloze advies als er niemand luistert, als niemand je erkenning geeft dat je je nu echt wel rot mag voelen. Ook ik zat eronder door toen ik in december hoorde dat de lessen op de hogescholen en universiteiten sowieso nog tot maart volledig online zouden doorgaan. Maar er is een vaccin, maar er zijn mensen die het veel erger hebben, maar het is nu eenmaal zo. Ik merkte hoe het verbindingswoord ‘maar’ allesbehalve verbindend werkt. Ik voelde me niet gehoord, al riep ik. Ik merk dat jij gewoon geen stem hebt.

Onderwijs is belangrijk. De scholen moeten open blijven. Over hoger onderwijs geen woord. We blijven gewoon online draaien, alsof onderwijs niet gaat om verbinding. Alsof er niet zoveel onderzoeken zijn die aantonen dat studenten van elkaar leren, dat slaagpercentages hoger zijn in klasgroepen met een goede groepssfeer, alsof de band met de docent er niet toe doet.

Natuurlijk kan je heel wat online leren, maar hoger onderwijs is verschraald tot een soort You tube kanaal met DIY videootjes. En natuurlijk werken we ook in breakout rooms en moeten de kahoot quizjes  zorgen voor interactie, maar echte verbinding is er niet. Jij bouwt geen band op met je medestudenten, je bouwt geen band op met mij. Er zijn dagen dat je je kamer niet uitkomt, gekluisterd aan een scherm waar elke docent, natuurlijk, vindt dat zijn vak het belangrijkste is.

Dat vind ik ook. Daarom overstelpte ik je soms met extra mails, taken, ‘lees nog even deze tekst,’ instructies omdat ik zo graag wilde dat je dezelfde ondersteuning zou krijgen als studenten uit voorgaande jaren. Maar laat ons eerlijk zijn, en dat ligt niet aan jou, ik kan nooit hetzelfde bereiken online.

Het intellectuele kapitaal noemen ze jullie. Er wordt alleszins niet in geïnvesteerd. Jullie zullen de laatsten zijn die weer écht naar school mogen gaan, jullie zullen de laatste zijn om gevaccineerd te worden. Dat vind ik ontzettend jammer.

Ik wil je voor deze komende weken succes wensen, goede moed. Neem de tijd om je spaghetti rustig op te eten, om te gaan wandelen met een vriend of vriendin, als je nood hebt aan een luisterend oor, samen met mijn collega’s wil ik naar je luisteren. Het is ok als je je niet ok voelt.

Ik bereid intussen ook al het tweede semester voor. Ik heb een appje met een lachband geïnstalleerd zodat, als ik een grap maak tijdens mijn online lessen, er zeker gelachen wordt. De muren die stilaan op me afkomen, heb ik net een tweede laag gegeven met green key verf. Misschien kan ik de lessen zo wat actiever maken. En daarnaast tel ik af naar het moment dat ik niet meer in de chat lees: ‘sorry, de verbinding was weg,’ maar dat ik jou in het echt hoor zeggen. ‘Het is weer ok. Ik ben er weer.’ 

Veel succes studenten!