Hoe studenten en een klaproos een psychose konden voorkomen

Brenda is webredacteur van Psychosenet.be, lector aan de lerarenopleiding en auteur van de boeken ‘Kortsluiting in mijn hoofd’, ‘Uitgedokterd‘ en ‘Lena‘. Even leek Brenda de pedalen te verliezen, de angst om opnieuw psychotisch te worden was er. Maar een bende lieve studenten en één klaproos brachten daar verandering in.

Juni 2012. In de tuin staan de klaprozen volop in bloei. Al is tuin een groot woord voor de bergen zand die zich achteraan ons huis bevinden. Restanten van 2 jaar verbouwingen. Ik heb de klaprozen niet gezaaid. Ze kwamen, zomaar, eigenzinnig in de tuin staan. Ze leiden me even af. Even maar. Want het is druk. Een mama ben ik, van drie kindjes, al moeten die drie kindjes even ‘aan de kant’. Ik werk op een hogeschool. De eindsprint is ingezet. Er moeten studiegidsfiches nagekeken worden, taken verbeterd, stageverslagen geschreven worden. Mama heeft nu even geen tijd. Er is te veel te doen, te weinig tijd. Tijd is er wel ’s nachts. En dus steel ik de uren van de nacht. De vogels en het daglicht kondigen al vroeg de dag aan. Slapen doen we een ander keertje wel. Drie weken later word ik opgenomen met wat ze  een kraambedpsychose noemen.

De parallellen zijn er. Het kan geen toeval zijn.

Juni 2018. Ik werk opnieuw op een hogeschool. De eindsprint is ingezet. Kop in kas. De eindmeet van de vakantie is in zicht. Niet flauw doen, op je tanden bijten. Al drie dagen na elkaar sta ik om 5u op om het to do lijstje het hoofd te bieden. Het is moeilijk om de slaap nog te vinden. Tussen de to do’s door stuur ik een uitnodiging voor mijn verjaardag. 40 jaar. Dat moet bijzonder worden. Terwijl ik op mijn telefoon door mijn foto’s scroll, kom ik eentje van mijn verjaardag tegen,  6 jaar geleden. Ik draag exact hetzelfde jurkje als nu. Fleurige bloempjes, aangepast aan het warme weer dat er toen en ook nu is. Mijn adem stokt. De parallellen zijn er. Het kan geen toeval zijn. Alarmbelletjes gaan af.

Die nacht sta ik niet op om 5u. Ik doe een bodyscan. Ik denk aan mijn teen, mijn knie, mijn bovenbeen. Ik val opnieuw in slaap. Ik ben opgelucht als ik 2 uur later wakker word. Ik sta op, ik maak een lijstje van al mijn to do’s. Kan ik prioriteiten stellen? Dat kon ik 6 jaar geleden niet. Alle balletjes moesten toen in de lucht blijven, en liefst gooide ik er nog wat bij. Met nummertjes duid ik aan wat het belangrijkste is. Één van de laatste nummertjes is een belofte die ik aan mijn studenten gemaakt heb, dat ik hun lesvoorbereidingen, formatief, zou nakijken. Ik tel uit hoeveel nachten me dat nog zal kosten om dat waar te maken. Ik beslis een mailtje te schrijven. Geen makkelijk mailtje, maar eentje dat wel nodig is.

Ik verstuur het berichtje met een bang hartje.

Beste studenten

Zoals ik jullie vertelde tijdens een van de lessen ging ik 6 jaar geleden flink overkop.  Het resulteerde in het boek ‘Kortsluiting in mijn hoofd’. 

De afgelopen dagen ben ik elke dag om 5u opgestaan om te verbeteren, de ECTS fiches in orde te krijgen, een project af te krijgen. Tot ik vanmorgen tot het besef kwam dat er wel heel veel parallellen zijn met 6 jaar geleden, dat het niet meer normaal is om voor 60% job aan de hogeschool werkdagen van meer dan 15u te maken, 6 dagen op 7. Misschien herken je dat wel? Ik heb in ieder geval beslist dat ik niet opnieuw wil meemaken wat ik 6 jaar geleden heb meegemaakt. En daarom vraag ik even om jullie begrip. Om mezelf in bescherming te nemen laat ik het formatief verbeteren van de tijdig doorgestuurde lessen  zo. Ik vind het best moeilijk, maar ik laat mijn idealisme even varen. 

Ik verstuur het berichtje met een bang hartje. Onzeker voel ik me. Wat zullen de studenten zeggen, denken. Stel ik hen teleur?

Er waren parallellen, maar die zijn er nu niet meer.

De dagen erop krijg ik mailtjes die al mijn verwachtingen overtreffen. Mailtjes met een en al begrip, met complimentjes over mijn openheid. Niet alleen het wegvallen van de berg taken verlicht, de vele berichtjes geven me zoveel energie. Schatten zijn het, mijn studenten.

Het lijstje is intussen nog altijd lang. Maar de nachten zijn er weer om te slapen. Het is weer rustig in mijn hoofd en ik neem tijd voor de kinderen. Het zijn zaken die energie geven om later weer aan de slag te kunnen gaan. Er waren parallellen, maar die zijn er nu niet meer. Ik heb tijdig aan de rem getrokken. Ik ben niet over mijn grenzen gegaan.

De avond valt over de tuin. In verschillende perken heb ik in maart klaprozen gezaaid, mijn lievelingsbloem. Er is maar één klaproos uitgekomen, in de hoek van tuin. Dat kan geen toeval zijn. Een klaproos laat zich niet bevelen. Ze is eigenzinnig. Eén klaproos kan zo mooi zijn.

 

Dank je lieve studenten

Brenda

Deze blog verscheen eerder op Psychosenet.be